Een nieuwe rubriek: Even voorstellen
In deze rubriek willen wij elke keer een of twee papegaaien in het zonnetje zetten en hem of haar aan u voorstellen.
Deze keer zijn dat Jacco en Coco de Geelwang Amazone papegaaien
Herkomst en uiterlijk
De Amazone papegaai is te verdelen in zo’n 27 ondersoorten. Toch hebben ze één ding met elkaar gemeen en dat is hun overwegende groene kleur. Doordat alle Amazones de groene kleur hebben, worden Amazones vooral aan de kleur van hun voorhoofd, hoofd, schouders en buik herkend.
Kleuren die veel bij Amazones voorkomen zijn geel, oranje, rood, blauw, paars en wit. U raadt het al: Jacco en Coco hebben geel aan hun wangen.
De wetenschappelijke naam voor hen is Amazona Autumnalis.
De Geelwang Amazone papegaaien komen van oorsprong voor in Mexico, Belize, Guatemala en Honduras tot noordelijk Nicaragua. Deze Amazones worden in een grote variatie biotopen aangetroffen: van open weiland tot dichte bossen, moerasachtige gebieden, gecultiveerde streken, mangrovebossen, maar ook op de droge savanne. Daar leven ze veelal paarsgewijs, in losse groepjes, en hele families.
De meeste amazone papegaaien kunnen goed klimmen en vliegen. Op de grond waggelen zij wat onbeholpen rond. In hun natuurlijke omgeving komt het in de eerste plaats aan op goed kunnen klimmen en vliegen. Op deze manier kunnen zij op zoek naar hun voedsel en op de vlucht slaan als dat nodig is.
De Geelwang amazone wordt zo rond de 33 tot 36 cm groot en de levensverwachting is zo tussen de 40 en 50 jaar.
Leven in de Apenhof
Jacco en Coco leven al weer een aantal jaren samen in de Apenhof. Zij eten net als alle andere papegaaien pallets, zaden en noten maar ze zijn beiden echt verzot op appels en wortels. Jacco en Coco zijn echt dikke vrienden. Zij zitten al heel wat jaren bij elkaar en genieten echt van elkaar gezelschap. Als de vrijwilligers ‘s morgen bij de dieren komen, zitten zij vaak dichtbij elkaar. Zodra de deur open gaat beginnen zij hun veren uit te schudden en wordt er meteen volop gekletst. Vooral Jacco kan heerlijk babbelen. Hij noemt zijn naam, fluit mooie deuntjes en kan ook behoorlijk schreeuwen als hij door een kleine spleet tussen de verblijven zijn buurman Chico ziet.
Coco is veel minder spraakzaam en heeft het niet zo op mensen. Hij is niet echt bang maar blijft graag uit de buurt van mensen. Jacco gaat eerder naar de vrijwilligers toen voor een portie aandacht in de vorm van kwebbelen. Aangehaald worden willen ze beiden echt niet en dat is ook prima.
Als de vrijwilligers eten geven zijn Jacco en Coco er als de kippen bij. Ze eten meestal samen, ieder aan een kant van het voerbakje. Daar waar andere papegaaien nog wel eens grauwen en snauwen naar elkaar geven, wachten Jacco en Coco geduldig tot de ander zijn kopje uit de voerbak haalt om ook een graantje te pikken.
Jacco en Coco kunnen beide heel goed vliegen. De kleppen die hun buiten verblijf scheidt van het binnen verblijf is ongeveer 25 bij 20 cm. Vooral Jacco vliegt vanuit zijn binnenverblijf hier feilloos doorheen en landt netjes tegen de tralies van zijn buitenverblijf. Als de papegaaien vooral in de zomermaanden veel in hun buitenverblijven zijn, is Jacco altijd de laatste die naar binnen gaat. Zodra het donker is gaat hij vrijwillig naar binnen, maar als het nog licht is en hij moet van de vrijwilligers toch naar binnen, dan vaak onder luid protest. Omdat wij bij het opvangcentrum wonen kunnen Jacco en Coco lekker lang buiten blijven. Coco gaat al veel eerder naar het binnen verblijf, Coco is een echte koukleum.
De laatste voerronde waarin de papegaaien een stukjes fruit en/of groente krijgen is dan ook bedoelt om de papegaaien voor de nacht naar binnen te krijgen. Meestal trapt Jacco daar wel in. Als we ‘s avonds voor de laatste controle ronde langs de verblijven lopen vinden we Jacco en Coco meestal dichtbij elkaar. We sluiten het buitenverblijven af en dan begint de nacht bij de Apenhof.
Gert Brouwer